Als freelance journalist werk ik voor diverse media, zoals dagblad Trouw en Filosofie Magazine

Ik schrijf interviews, recensies en reportages over filosofie en wetenschap.

Sophie Grace Chappell: ‘Van openbaringen leer je lief te hebben. Maar ze kunnen ook misleidend zijn’

Stel je voor: je zit in een stadion, en de laatste minuut van een belangrijke voetbalwedstrijd gaat in. Het staat gelijk, en de spanning is om te snijden. Dan breekt de spits van het ene team plotseling door de verdediging van de tegenstander, speelt hem door aan een medespeler, die schiet, de bal vliegt langs de keeper, in het net! Het hele stadion springt op, juicht, en is uitzinnig van blijdschap.

Het is een prachtig fenomeen, maar zijn dit soort situaties ook filosofisch interessant? Sophie Grace Chappell, hoogleraar aan de Open Universiteit in het Verenigd Koninkrijk, vindt van wel. “Het is bijvoorbeeld heel interessant dat we die euforie alleen ervaren tijdens een wedstrijd”, vertelt ze tijdens een Zoomgesprek. “Als dezelfde goal gemaakt was bij een training, was het een heel ander verhaal geweest.”

Chappells interesse in zulke euforische momenten vormde de aanleiding voor haar onlangs verschenen boek, Epiphanies. Daarin onderzoekt ze momenten die we ervaren als een openbaring, zoals die voetbalwedstrijd. Ze doelt niet zozeer op religieuze openbaringen, maar eerder ‘wow-momenten’ of ‘aha-momenten’.

Zelf ervaart ze zulke wow-momenten ook weleens, vertelt ze.

Trouw, 30 november 2021

Barbara Stok maakte een stripverhaal over de Griekse filosoof Hipparchia.

Dat het nieuwe boek over een filosoof moest gaan stond snel vast. Stok is haar hele leven al verknocht aan de filosofie. “Als tiener wist ik helemaal niet van het bestaan van filosofie af. Toen ik twintig was, ging ik drummen in een band, en de gitarist studeerde filosofie. We zaten met zijn allen in de Vera Kelderbar (Gronings poppodium, red.) te discussiëren over de stof die hij kreeg. Ik kwam erachter dat de dingen die me interesseerden, dat dat filosofie was.” Toen ze net besloten had striptekenaar te worden, schreef ze al in haar dagboek: “Nu weet ik wat ik met mijn leven wil. Ik wil later mijn strips over die filosofische theorieën maken.”

Filosofie magazine, november 2021

‘Sciencefiction prikkelt de filosofische verbeelding.’

Voor Filosofie Magazine interviewde ik Johan De Smedt en Helen De Cruz over hun boek ‘Philosophy through Science Fiction’. Zij vinden dat er helemaal niet zo’n groot verschil is tussen sciencefiction lezen, kijken of luisteren, en filosofie beoefenen.

Sciencefiction prikkelt de filosofische verbeelding, merkt De Smedt in zijn colleges. ‘Toen ik mijn studenten de filosofie van René Descartes uitlegde, vertelde ik dat hij de methode van radicale twijfel toepast. Telkens vraagt Descartes zich opnieuw af: wat kan ik zeker weten? Kan ik mijn zintuigen vertrouwen of word ik misleid door een kwade geest?

Mijn studenten keken me met wezenloze blikken aan. Toen zei ik: “Denk aan The Matrix.”’ In die film wordt hoofdpersoon Neo geconfronteerd met het feit dat hij in een gesimuleerde werkelijkheid leeft. Het bruggetje met een kwaadaardige demon die Descartes’ zintuigen bedriegt is dan snel gemaakt. ‘Plotseling begrepen mijn studenten wél wat Descartes bedoelt.’

Trouw, 19 november 2021
Waarom de ene filosoof wél, en de andere niet aardde in de Verenigde Staten.

Filosoof Sander Verhaegh onderzoekt de migratiegolf van Europese filosofen (vooral uit Wenen) naar Amerika vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Het blijkt dat ze niet allemaal even hartelijk werden ontvangen. Wat maakt het verschil?

Amerika had kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog te lijden onder de beurskrach van de jaren dertig, wat het voor de geïmmigreerde filosofen moeilijk maakte werk te vinden. En daarbij kwam nog dat veel Amerikaanse universiteiten vrij antisemitisch waren. “Veel Joodse wetenschappers kwamen niet aan de bak omdat universiteiten een soort quotum op joden hadden. Reichenbach solliciteerde bijvoorbeeld op een plek in Princeton, waar Einstein en Gödel zaten. En dan zegt Princeton: nee, we hoeven er geen Joodse professor bij.”

Maar hoe kan het dat de filosofen van de Weense Kring dan toch zo invloedrijk werden?

Trouw, 19 januari 2020

Weg met de gedachte dat elke filosofiestudent Plato, Descartes en Kant moet kennen.

De filosofie is te homogeen, betoogt Liam Kofi Bright, verbonden aan de London School of Economics. Als we de canon loslaten, zal de filosofie er als geheel van profiteren. De canon veranderen is niet genoeg.

“Door die discussies begon ik me af te vragen wat er zo goed is aan de huidige canon. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik ervan overtuigd raakte dat het niet uitmaakt hoeveel je de canon verandert. Op zich is meer diversiteit al een verbetering op de status quo, maar sommige onderliggende problemen worden er niet door opgelost.”

Volgende
Volgende

Vertalen